Inloggen

X

Een komma in plaats van een punt.
Hoe doe je dat dan?

“Dus jij gebruikt geen slipketting, geen pennenband, stroomband, geen ‘simpel’ touwtje achter de oren. Maar, ook geen Gentle leader, u lead, follow me, etc. En je hebt je zakken niet vol met voer ? Hoe op Gods groene wereld voed jij je honden dan op?”


Tja, daar stond ik dan. Ik had eigenlijk geen antwoord klaar. Wat doe ik eigenlijk? Waarom trekken mijn molossers niet aan de lijn? Waarom komen ze terug als ik ze roep, waarom lopen ze keurig naast me of naast mijn fiets als ik ‘naast’ zeg? Ik moest er echt heel goed over nadenken. Ik ben een voorstander van ‘positive reinforcement training’. Ik leer dingen aan met een clicker en voer.

Maar, ik ben ook de meest inconsequente gebruiker van de clicker. Ik heb er een stuk of twintig maar het lukt me altijd om een jas aan te doen waar er geen één inzit. Ik heb niets met aversieve middelen als slipketting, pennenband of stroomband. Ik heb ook zeker geen jaszakken vol met voertjes als ik met mijn honden loop. Als ik terug denk hadden mijn ouders dit vroeger ook allemaal niet. Onze Duitse herders gingen helemaal niet op puppycursus. Toch luisterden ze perfect.

Ik heb daarom mezelf en mijn training eens onder de loep genomen. Wie ben ik echt en wat doe ik daadwerkelijk.

Ik bouw enorm aan een band met mijn honden. Ze horen bij het gezin. Ze worden ook op die manier begeleid. Ze mogen enorm veel maar…er zijn zeker grenzen. Die dienen gerespecteerd te worden. Ik lijk, denk ik, op mijn moeder. Zij heeft zes kinderen grootgebracht. Mijn moeder was liefdevol, zorgzaam, eerlijk en consequent. Ikzelf (en ik ben er van overtuigd dat dit ook voor mijn broers en zussen geldt), ben nog nooit bang geweest voor mijn moeder. Voor mijn vader overigens ook niet. Hij kon zich wel eens drukker maken, maar ook hij was uiteindelijk een zorgzame en liefdevolle man. Toch was er altijd respect. Mijn ouders hadden, zoals dat vroeger heel gebruikelijk was, een eigen zit plek in de huiskamer. Het was geen enkel probleem als één van ons op die plek ging zitten, als zij met iets anders bezig waren. Maar als zij de kamer in kwamen, stond je op. Hier was geen discussie of correctie voor nodig. Dit respect hadden wij gewoon. Ik zie dit zelfde gedrag bij mijn honden. Ik sleur ze niet van mijn plek af en brul ze niets toe. Een simpel ‘ga eens op zij lieverd’ is voldoende om ze hun grote lijf omhoog te bewegen en ergens anders te gaan liggen. Misschien is dat het wel? Ik schreeuw nooit tegen ze. Ik verhef zelden mijn stem.  Bij ons thuis deed mijn vader dit wel. Hij kon uit emotie, veel kabaal maken. Het gevolg was dat wij er niet meer op reageerden. We vonden het niet leuk, maar het deed ons ook niet veel meer. Als mijn moeder een zeldzame keer haar stem verhief wist iedereen een ding zeker: nu moet je even niet meer doorgaan met waar je mee bezig bent. Geen idee wat zij als klein vrouwtje had gedaan als we niet hadden geluisterd, maar ze verschoot nooit onnodig kruit.  Wellicht is dit ook de sleutel die ik gebruik. Áls ik mijn stem verhef wordt er ook meteen gereageerd. Dan is het duidelijk dat  je even moet stoppen met je gedrag. Corrigeer ik dan nooit? Jawel, zeker wel. Sla ik mijn honden, schop ik ze, prik ik ze met mijn vingers in hun zij? Nee!

Wendy op de bankIk gebruik ook geen aversieve middelen zoals hier boven beschreven. Maar incidenteel pak ik wel eens een halsband vast. Kijk ze in hun ogen en vraag; ‘Ben ík nog in beeld of ga je op jezelf?’. Ik vind dit acceptabel. Het komt zelden voor maar soms moet ik aangeven welke kant we opgaan. En ja, dat is corrigeren. Ik dien iets toe om het gedrag af te laten nemen. Volgens het kwadrant is dit een positieve correctie. Maar het stopt hier niet. Na een correctie staat  bij mij altijd een komma. Nooit een punt. Als ik hier een punt plaats kom ik nooit verder dan symptoom bestrijding. Achter mijn komma gaat het verhaal verder. Hier volgt een vraagteken. Hoe, wat, waar en waarom, zijn de vragen die ik stel. Hoe ben ik hier terecht gekomen, wat heb ik gemist en waarom heb ik dit niet gezien? Ik kijk naar mezelf. Vaak heb ik de training laten verslappen, of was ik te druk in mijn hoofd om de signalen die zij wel degelijk gaven, te laat (of helemaal niet), op te pakken. Mijn honden zijn er naar mijn idee niet op uit om de boel te frustreren. Ze zijn gewoon hond. Honden jagen, graven, blaffen, springen, rennen, rollen door viezigheid (althans dat vinden wij), en zijn net als wij soms afgeleid of voelen zich af en toe niet helemaal lekker. Ze kwijlen, bedelen, slopen (weten zij veel dat schoenen niet bedoelt zijn om op te kauwen), trekken aan de riem (omdat tweepoters simpelweg te langzaam lopen en je na een paar uur huiskamer wel een keer wilt rennen) Dit maakt ze niet dominant en ze doen hiermee ook geen poging mijn ‘Alfa’ positie te ondermijnen. Ze zijn gewoon hond in een mensenwereld. Als wij als intelligente soort eens wat vaker naar het hoe en waarom en vooral naar onze eigen rol in het geheel durven kijken, zouden we zien dat onze verwachtingen vaak veel te hoog zijn. De oplossingen zijn vaak simpeler dan we denken en de vermeende dominantie in het geheel niet aanwezig is. Wij hebben de hond als andere soort in óns leven gehaald. Dan mag er van ons worden verwacht dat wij hen geven wat ze nodig hebben. Dat is niet alleen voer, een mandje of een lange wandeling. Het vraagt inzicht in het wezen hond en begrip voor hun beperkingen in de mensenwereld. 

Inmiddels ben ik er uit. Ik voed mijn honden op als hond in een mensenwereld. Hoe ik dit doe? Net als mijn moeder met haar kinderen deed: met veel liefde, inlevingsvermogen, zelfreflectie en vooral veel humor.

Oftewel, met weinig kruit en een paar leestekens.

 

Pin It